Een week of vier terug belde vriend Ferenc met de mededeling dat hij een ‘cheap ticket’ kon kopen om vanuit residence Costa Rica even voor een paar dagen over te wippen naar Europa. Even wat familie bezoeken en met het dwingende verzoek om even een korte groundhop naar Engeland te maken. Ik kon aan het werk. Binnen vijf dagen was alles geregeld. Tickets voor de seizoenopening in de Championship tussen Fulham en Newcastle op vrijdag. Zaterdag even op neer naar het gevallen Portsmouth wat in league two aantrad tegen Carlisle United, en zondag als toetje nog even langs Loftus Road to see Queens Park Rangers tegen Leeds United. Het voorspel kon beginnen.
In de weken voorafgaand aan vertrek veel sites bezocht, wiki geraadpleegd, boeken gelezen, want een groundhopper gaat goed voorbereid van huis. Oejoejoeh wat was er veel info te vinden. We wisten dus exact waar we wel en niet moesten of mochten komen. The home pubs bij Fulham en QPR waren ons bij voorbaat eigenlijk een beetje te civilized. Er mag wel een rafelig randje aan zitten zo vinden wij. The away pubs, en dan met name die van Newcastle en Leeds trokken ons meer. Dat kwam op vrijdag dus al uitstekend uit.
Na een vlotte reis vanuit Schagen naar Calais en aldaar een vrije doortocht zonder ook maar één refugee die probeerde via onze kofferbak de oversteek te maken kwamen we rond het midddaguur al aan bij ons hotel in het zuidwesten van Londen. Een prachtig statig deel van deze miljardenstad. Het boek ‘around the grounds’ had ons gewezen dat het vinden van een parkeerplek in dit deel van de stad gelijk stond aan je ‘worst nightmare’. Niets bleek minder waar. Tijdens de publicatie van het ietwat gedateerde boek bestond waarschijnlijk de shopping mall van Westfield nog
niet. Ik heb echt in mijn hele leven nog nooit zo’n mooi winkelcentrum gezien, om over de parkeergarage nog maar te zwijgen. En voor 24 uur 8 pond te betalen vonden wij ook bepaald niet onvriendelijk. Hoog tijd voor het eerste biertje. Gelijk maar een fantastische clubsandwich genomen en ons avontuur kon beginnen.
Nog ruim voor aanvang van de seizoenopener troffen wij al een ‘peacock’ in een kroeg die met zijn gezin zijn ploeg al was vooruit gereisd. Leeds speelde toch pas op zondag? ‘Oh yes’ zei hij tegen Ferenc en schoof bij ons aan tafel om,….. over voetbal te praten, want dat doet iedereen daar. Een prachtige conversatie voltrok zich onder het genot van een aantal beste bieren waarbij natuurlijk werd terug gegrepen naar de tijd dat de ‘whites’ Europa Cup 1 of Champions league speelden in de mid seventies en begin van deze eeuw. Namen als Peter Lorimer, Billy Bremner, Alex Harvey en later Harry Kewell kwamen voorbij. Maar tijden zijn verandert op Elland Road. Onze vriend vertelde dat de ‘Chinese’ de komende jaren hun intrede gaan doen in het Engelse voetbal met veel, heel veel geld. Hij sprak de hoop uit dat zij dan niet stilletjes zijn cluppie voorbij moesten rijden. Time will tell. Tijd om te lopen richting de Theems. Daar bevindt zich namelijk de thuishaven van Fulham; het prachtige Craven Cottage.
De wandeling was iets verder dan gedacht, maar geen straf. Hoe verder we liepen hoe meer mengden wij ons tussen de magpies. Want daar waren er heel veel van. Maar Fulham speelde toch thuis? Inderdaad maar zoals verwacht zijn de cottagers van een hoog kakkineus gehalte. Nee dan liever de ruwe zeebonken uit het noordoosten. De weldenkende magpies spraken over 7000 fans die mee waren, de al wat glaziger kijkende brulden van ‘euuuuhhhh tenthousand magpies are here in Londen’.
De waarheid zal wel ergens in het midden hebben gelegen. Niemand van Newcastle die zich ook maar een seconde druk maakte over de degradatie van afgelopen seizoen. Er stond weer een prachtig seizoen voor de deur met maar liefst 23 away games in de competitie, waarvan deze tegen Fulham pas de eerste was. Dat dit een niveautje lager is ‘what the fuck’. Football is football. In het stadion ging het gezang onophoudelijk door, even onderbroken bij de 1-0 vlak voor rust. Dat zou uiteindelijk ook de eindstand worden, maar geen Newcastle fan die zich er toonbaar druk over maakte, ’45 to go’.
Vermoeid maar voldaan pakte wij kort ‘after the game’ een taxi naar ons hotel. Er wachten nog twee groundhops. Zaterdag vroeg uit de veren en koers richting de zuidkust. Portsmouth was het reisdoel, en eigenlijk zagen we hier stilletjes het meest naar uit. Tijdens het voorwerk kroegen geselecteerd en ons verdiept in de dramatisch val van deze cultclub na het winnen van de FA cup in 2008 als premier league club. Hoe kon dat bestaan? Niet gedegradeerd maar teruggezet door de FA vanwege wanbeleid. Pompey speelt nu league two en is op de weg terug, maar alles rustig en met beleid. Veel pompey fans willen er tijdens het indrinken niet teveel over vertellen, maar je ziet dat het nog altijd pijn doet. AC Milan, Wolfsburg hebben onder andere tijdens de Euro league campagne Fratton Park aangedaan, maar veel meer krijgen we niet los. Het gaat om het heden en vandaag wacht Carlisle United, gelegen op vijf miles van de Schotse grens, zo’n 350 miles van Portsmouth en dan toch pakweg 600 away fans mee.
Het is maar goed dat het bier vanuit de pomp de glazen indruppelt en dat het personeel het woord werken niet al te serieus neemt, anders hadden we van de wedstrijd weinig gezien. Zodoende wandelden we redelijk nuchter een kwartiertje voor aanvang richting Fratton Park. Door de turnstiles richting zitplaats waar het ‘play up pompey, pompey play up’ van de tribunes rolt begint een heerlijk gevecht voor 18.000 toeschouwers waarbij het niveau ons niet eens tegenvalt. Na de 0-1 die uit de lucht komt vallen maakt de thuisclub nog voor rust gelijk. Carlisle houdt na rust, ondanks 11 tegen 10, redelijk makkelijk stand, maar ook hier is er geen pompey die zich er toonbaar druk over maakt. Snel na afloop weer terug naar Milton Arm’s, de home pub van pompey. Als echte groundhoppers mengen wij ons al snel tussen de harde kern van pompey. Het was een verzameling van, ja hoe moet je dat netjes noemen. Chelsea Billy was een held, maar ook Hannibal Lector, of misschien heette hij niet zo hij zag er wel zo uit. Hij bleek een stadionverbod van 25 jaar te hebben. Hij zei niet waarvoor, maar misschien wilde ik dat ook wel niet weten.
Ronduit indrukwekkend was het verhaal wat wij lospeuterden over Andrew Bache, in Portsmouth beter bekend als Pepe from Pompey. Deze diehard Pompey fan reisde als aanhanger van de three lions zijn landgenoten na richting Frankrijk. Zo ook naar Marseille, waar hij volledig onschuldig terecht kwam in het zinloze geweld tegen de debiele Russen aldaar. Hij hield er zwaar lichamelijk letsel aan over en ligt nog altijd in coma op de IC in een Engels ziekenhuis. De collectebus werd natuurlijk door ons dan ook stevig gesponsord.
Na wat zware guiness kwam de stemming er steeds beter in. De vrouw des huizes had zich inmiddels ook in ons gezelschap gemengd en dronk zo mogelijk nog harder dan wij en de ruwe zeebonken. Ook de charmante dochter, die voor de wedstrijd nog langzaam de glazen vol druppelde, voegde zich in ons gezelschap. Zij had cup Z, en ook haar billen, buik en benen waren van een formaat wat ik nog nooit live gezien had. Zij leek wel ontsnapt uit een aflevering van ‘dieren in het wild’. Ik wilde haar graag voor mijn iPhone camera en later ook met haar dansen, maar beide ‘very decent proposals’ sloeg zij om voor mij onduidelijke redenen af. De sfeer werd er niet minder door. ’s Avonds stond er een disco avond voor de jeugd op het programma in de aangrenzende disco van de Milton Arm’s. Trots vroeg de eigenaresse of wij interesse hadden in een korte rondleiding. Waarom niet dachten wij. Bij de eerste stap over de drempel waande ik mij in de Speelwagen van midden jaren zeventig. Het werd een korte sentimental journey, maar ohoh wat heeft de tijd daar stil gestaan. maar vond ik het erg?
Toen de disco aardig begon vol te lopen gaf Chelsea Billy aan dat we nog even in zijn oude kroeg moesten kijken. Hij had de zaak verkocht begreep ik uit zijn wazige verhaal, en bij binnenkomst kon ik dat heel goed begrijpen. Dit was geen pub maar een ontvangshal van een ‘cemetry’.
In deze ietwat onsmakelijke ambiance waren de Estelle’s net begonnen aan een soundcheck. Twee varkentjes met stevige schuddebuikjes die gekleed in sjofele Stars on ’45 kleding zich voorbereiden op wat motown geluid. En het moet gezegd het klonk niet eens verkeerd. Bij het eerste nummer gingen er al veel beentjes van de vloer zo ook die van mij, waar maak je dat nog mee? Na nog een paar nummertjes, wat danspasjes en een praatje met ‘one of the guides of Michael van Gerwen (a rude guy)’ als die toernooien in Engeland speelt, pakten we een taxi naar ons hotel. Dag 2 van onze groundhop was exact geworden wat we er van verwacht hadden. Misschien nog wel meer dan dat?
Moe maar klaar voor onze laatste etappe stapten we op tijd in de auto om de kleine 100 miles naar Londen te rijden. Ferenc had zaterdag, na pakweg 5 jaar, weer eens iets te diep in het glaasje gekeken en lag tijdens de anderhalf uur durende reis lekker te knorren. Aangekomen in Londen wisten we de garage van Westfield bijna met onze ogen dicht te vinden. Dit was onze pleisterplaats hadden we vrijdag al besloten. Auto geparkeerd en lopend naar Loftus, wat nog geen 2 kilometer van Westfield lag. Het was de lunchwedstrijd van deze zondag, maar na het vroege ontbijt kon ik de verleiding van een zeer vette ‘double cheeseburger’ niet weerstaan. Ferenc ging er bij het zien van bijna spontaan van over zijn nek. We liepen op met zeer veel Leeds aanhangers die zich soepel mengden met fans van de hoops.
Eenmaal binnen de poorten konden we het niet laten toch nog een klein gokje te wagen. Dat was er nog niet van gekomen. Ferenc 2-0 en ik 1-1. Op onze plekken zaten we links van ons tegen zo’n heerlijke ouderwetse tribune steunpaal te kijken. Die nam ons het zicht van het strafschopgebied aan die zijde voor 70% weg. Plaatsgenomen op onze stoelen zaten we heerlijk opgevouwen, zoals Ikea nog nooit een bedbank heeft ontworpen. Na drie minuten maakte QPR al 1-0 en zaten we allebei nog in de race voor ‘a few pounds bonus’.
Die stand bleef lang op het bord, al moet ook gezegd dat onze vriend van vrijdag gelijk had toen hij zei dat Leeds echt het geld van zo’n Chinees nodig heeft. Wat een baggerelftal was dat zeg. Het was vlak voor tijd Nederlander Tjarron Chery die Ferenc de jackpot leek te bezorgen; penalty 2-0 en ik was klaar. Ferenc had het de hele wedstrijd over die bonkige spits van QPR. Seb Polter heette hij, en hij vond het wel wat voor Ajax. Wij zijn immers nog op zoek naar een spits met al die Milik miljoenen op de bank. Sneu voor hem en zijn portemonnee was het dan ook dat uitgerekend deze Polter in de 93e minuut de 3-0 in de kruising joeg. Weg jackpot. Het werd nog sneuer toen we er op de terugweg naar Dover achter kwamen dat Polter een Duitse Horst Hrubesch’ achtige sturmer bleek te zijn. Weer een Duitser die ons de das om doet, en dat nog wel tijdens onze Engelse groundhop. Het maakte onze ervaring er niet minder mooi om.